Spring naar inhoud

Vlinders zijn vrij (17) – OVERTUIGINGEN & MENINGEN

Description: dutch coverVlinders zijn vrij is een boek geschreven door Stephen Davis. Hij verwoord in dit boek zijn kijk op onze werkelijkheid. Een kijk die voor een groot gedeelte aansluit bij mijn eigen kijk op de werkelijkheid, de virtuele holografische realiteit. Omdat Stephen het op een zeer unieke wijze beschrijft wil ik jullie dit niet onthouden.         De komende tijd zal ik het complete boek op mijn blog publiceren.               Stephen heeft zijn boek vrijgegeven voor publicatie.   Voor de totale inhoudsopgave kijk op: Vlinder zijn vrij

 

OVERTUIGINGEN & MENINGEN

 

Dr. Bruce Lipton begon zijn wetenschappelijke carrière als celbioloog. Hij ontving zijn Ph.D. van de universiteit van Virginia, Charlottesville, en werd in 1973 aangesteld aan de universiteit van Wisconsin, de School of Medicine, Department of Anatomy. Daar deed hij onderzoek in spierceldystrofie, naar moleculaire mechanismen in celgedrag. In 1983 begon hij de principes van kwantumfysica te onderzoeken en hoe deze konden worden geïntegreerd, om de informatiesystemen van een cel beter te begrijpen. Daarbij ontdekte hij dat het brein van een cel zich niet in de kern bevindt, wat hem wel was geleerd, maar in het membraan – de buitenkant of huid van de cel.

‘Zijn onderzoek aan de Stanford University’s School of Medicine, tussen 1987 en 1992 onthulde, dat de omgeving, door de membraan heen, bepalent is voor het gedrag en de fysiologie van een cel. Zijn ontdekking, die lijnrecht tegenover het gevestigde wetenschappelijke standpunt stond, dat het leven wordt bepaald door de genen, gaven de aanzet tot een van de meest belangrijke studies, de wetenschap van epigenetica. In de vele onderzoeksverslagen van anderen die volgden, worden zijn concepten en ideeën bevestigd.’

Wat kwantumfysica voor de fysica is, dat is epigenetica voor de biologie; het zet onze oude begrippen in de biologie op zijn kop; en zoals ik steeds heb gesteld, is het omgekeerde van wat we altijd geloofden waar. Dank zij de epigenetica weten we nu, dat het onze belevingswereld is die ons DNA beïnvloedt, en niet andersom.

Bruce is een briljante man en een goede vriend. Maar helaas gelooft hij nog steeds, dat wat daarbuiten is – het menselijk lichaam in het bijzonder – echt is; maar ondanks dat, door zijn bestseller The biology of belief en zijn seminars getiteld The biology of perception, biedt hij belangrijke inzichten in de effecten die ons leven en overtuigingen bepalen.

Onze kijk op het leven bepaalt ons gedrag, en omdat percepties fout kunnen zijn, is het juister om te zeggen dat overtuigingen onze biologie bepalen – wat we geloven creëert ons leven.

Zijn eerste voorbeeld is het placebo effect.

Het is een medische term, waarbij de patiënt iets neutraals krijgt zoals een suikerpil,  waarbij die zich toch beter gaan voelen. In die pil zitten geen medicijnen en hebben daarom geen enkel effect op het lichaam, maar doen dat ondertussen wel. Dat ondertussen komt omdat de patiënt erin gelooft en niets anders. Het is de overtuiging van de patiënt die zijn biologie en gedrag verandert.

Statistieken tonen aan dat eenderde van genezende medische handelingen, resultaat zijn van het placebo effect.

Maar dit placebo effect hoeft zich niet te beperken tot medicijnen of pillen. In feite werkt het ook als wij als Spelers ervan overtuigd zijn dat iets – wat dan ook – goed voor ons is, maar het eigenlijk neutraal is en we ons er toch goed bij voelen.

Dit geldt ook voor homeopathische remedies. Homeopathie is nog steeds gebaseerd op het geloof dat iets vandaarbuiten – hoewel het neutraal kan zijn – effect zal hebben op hierbinnen.

‘De andere kant van de medaille en niet zo bekend, het nocebo effect.’5 Daarbij gelooft de patiënt – of Speler – dat iets neutraals toch schadelijk voor hem is; hij voelt zich er slecht bij, terwijl er niets verkeerds in zit.

Als een arts je zegt dat je een ziekte hebt, of dat die je zegt dat je zult sterven, en als je dat dan gelooft omdat hij een ‘professional’ is, dan zal dat geloof je ziek maken en je laten sterven.

De beruchtste nocebo van het moment is waarschijnlijk HIV. Volgens Dr. Kary Mullis, Nobelprijswinnaar voor chemie en met hem meer dan tweeduizend andere medische en wetenschappelijke onderzoekers, gezondheidsdeskundigen en journalisten,7 is er geen wetenschappelijk bewijs dat HIV de oorzaak van AIDS is.8Dr. Peter Duesberg, lid van de United States National Academy of Sciences en professor in moleculair- en celbiologie aan de University of California, Berkeley, was in de jaren 70 en 80 een toonaangevend retroviroloog die voor zijn onderzoek naar oncogenen en kanker werd toegejuicht. Volgens Dr. Duesberg is er niets aan HIV dat het menselijk lichaam kan schaden, dat het een ‘onschadelijk voorbijgaand virus’ is.9 Volgens een stafrapport van de U.S. Congressional Sub-Committee, en de Office of Scientific Integrity of the National Institutes of Health, en de Office of Research Integrity van de Department of Health and Human Services, was degene die als eerste claimde dat hij had ontdekt dat HIV de oorzaak van AIDS was, schuldig aan ‘wetenschappelijk wangedrag,’10 en dat zijn onderzoek twijfelachtig en vreemd werd gevonden.12

In feite faalt HIV als de oorzaak van AIDS, zo blijkt uit elke traditionele, geaccepteerde en wetenschappelijke test,13 en zelfs AIDS expert geven toe dat meer dan de helft aan AIDS doden, dood gingen aan een ziek orgaan – meestal een zieke lever – als bijeffect van de toegediende antiretrovirologische medicijnen en niet aan HIV.14

Maar als we geloven wat ons door de massamedia wordt voorgehouden, dat HIV zorgt voor AIDS waar je vervolgens aan doodgaat, dan is de stress die dat geloof veroorzaakt genoeg om het immuunsysteem te verstoren en AIDS te geven, waaraan je zult sterven, aldus Dr. Bruce Lipton.

In beide gevallen – bij de placebo en de nocebo – is er sprake van geloof en niet van de actuele ervaring die de perceptie en het gedrag bepaalt.

Als je gelooft dat iets goed zal zijn, dan is het goed; en als je gelooft dat iets slecht is, dan zal het slecht zijn.15

Dr. Lipton benadrukt het feit dat veel van wat we geloven ons door anderen geleerd is en dat deze natuurlijke perceptie en instincten kunnen gaan overheersen. Baby’s bijvoorbeeld weten vlak na hun geboorte hoe ze moeten zwemmen. Maar als ze opgroeien en de gezichten van hun ouders zien als ze te dicht bij water komen, leren ze bang te zijn voor water; daarna moet ze weer geleerd worden om niet bang te zijn voor water en op een geschikte leeftijd opnieuw leren zwemmen, als hun ouders niet langer bang zijn.16

 Bruce vergelijkt onze waarneming met een camera, waarmee we opnames maken van de ‘fysieke wereld’ die ons brein naar daarbuiten heeft geprojecteerd. Ons geloof is als een filter op die camera, die bepaalde frequenties uitfiltert en het beeld wat binnenkomt verandert; hij geeft hiervan tijdens zijn workshops voorbeelden, zoals een afbeelding die nergens op lijkt…

Description: both

…totdat hij het publiek brillen geeft met groene glazen en ze opnieuw naar het beeld laat kijken. Hier is wat ze zien…

Description: love

 

Daarna verwisselt hij de groene brillen voor rode en laat ze weer naar hetzelfde beeld kijken, wat er nu zo uitziet…

Description: fear

 

(Je kunt hier een (slechte) video bekijken.)

Op dezelfde manier, concludeert Dr. Lipton, bepalen onze geloofsfilters hoe wij de wereld zien en daarmee hoe we op ervaringen reageren.

Het leven biedt je alles, maar je zult alleen zien wat je geloofsfilters je laten zien.17

Kijk even naar deze speelkaart…

Description: red6

 

Het is een rode schoppen zes, ja? Of zag je wat anders?

Er is een klassiek psychologisch experiment18 waarbij deze schoppen zes, samen met normale speelkaarten, aan een groep mensen wordt getoond die noteren wat ze zien. Veel mensen zien die rode schoppen zes de eerste keer niet; sommigen zullen deze kaart zelfs nooit kunnen zien, zelfs niet als ze die in handen hebben.

De conclusie is, dat de informatie die via de zintuigen binnenkomt, gefilterd en beïnvloedt wordt door wat wij geloven. Uiteindelijk kunnen we alleen maar zien en horen wat we geloven. Hoe sterker dat geloofssysteem is, hoe beter de informatie die strijdig met dat geloof uit wordt filtert. Het zou andersom moeten. Laten we begrijpen dat metaforisch gezien het oog een soort camera is, die passief licht opneemt uit de actualiteit ‘buiten’ om daar een foto van te maken, zonder daarbij iets te willen veranderen. Wat ik wil zeggen is, dat in werkelijkheid het omgekeerde van wat veel gezegd wordt waar is; geloven is namelijk zien. Het oog is een camera die het meeste van het elektromagnetisch spectrum uitfiltert om alleen zichtbaar licht door te laten, bediend door een fotograaf die bewust of onbewust uitzoekt wat gefotografeerd wordt.19

In dit geval geloven we dat een rode schoppen zes niet kan bestaan, waardoor deze moeilijk is te zien; voor hen met een sterk controlerend geloofssysteem is deze zelfs helemaal niet te zien.

Over het volgende voorbeeld heb ik lang en diep nagedacht, omdat het nogal controversieel is; maar het is een goed voorbeeld om ons geloof in iets te illustreren, hoe ons geloof bepaalt wat we daarbuiten zien en hoe het ons verhindert daar te zien ‘wat is’, en hoe dit geloof bijdraagt aan het pijn en lijden in de wereld.

Ook als je geen Christen bent, weet je waarschijnlijk dat Jezus werd gekruisigd en daaraan stierf, om drie dagen later weer uit de dood op te staan. Mensen hebben dit 2000 jaar lang geloofd en hun leven daarop gebaseerd.

Hier komt het bijbelgedeelte waarop dit geloof is gebaseerd. (Ook als je dit verhaal al kent, lees het dan toch even door.)…

 

Lucas 23:50: Er was ook een man die Jozef heette ….

52 Hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus.

53 Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt.

55 De vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, volgden Jozef naar het graf om het te bekijken en om te zien hoe Jezus’ lichaam er werd neergelegd.

56 Daarna gingen ze naar huis en bereidden ze geurige olie en balsem. Op sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.

24:1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden.

2 Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold,

3 en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet.

4 Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen.

5 Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden?

6 Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was:

7 de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’

8 Toen herinnerden ze zich zijn woorden.

9 Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd.

10 De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd,

11 maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet.

12 Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was.

13 Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt.

14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen.

15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee,

16 maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden.

17 Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan.

18 Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’

19 Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk.

20 Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen.

21 Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is.

22 Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen,

23 vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft.

24 Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’

25 Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben?

26 Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’

27 Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.

28 Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen.

29 Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen.

30 Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun.

31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik.

32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’

33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen,

34 die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’

35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’

37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien.

38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel?

39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’

40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten.

41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?

42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis.

43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.20

Hoe zou je dit lezen als dit het verslag is van een man die na drie uur nog levend van het kruis werd gehaald en naar een geheime plaats was gebracht, waar zijn wonden aan handen, voeten, hoofd en zijde werden verzorgd. Dat hij dit na drie dagen op eigen kracht overleefde en daarna zijn discipelen op weg uit Jeruzalem tegenkwam.

Met andere woorden, lees dit bijbeldeel nog eens door, maar dan zonder het geloof dat hij aan het kruis zou zijn gestorven…

Lucas 23:50: Er was ook een man die Jozef heette ….

52 Hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus.

53 Nadat hij het lichaam van het kruis had gehaald, wikkelde hij het in linnen doeken en legde het in een rotsgraf dat nog nooit was gebruikt.

55 De vrouwen die met Jezus waren meegereisd uit Galilea, volgden Jozef naar het graf om het te bekijken en om te zien hoe Jezus’ lichaam er werd neergelegd.

56 Daarna gingen ze naar huis en bereidden ze geurige olie en balsem. Op sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.

24:1 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden.

2 Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold,

3 en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet.

4 Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen.

5 Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden?

6 Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was:

7 de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’

8 Toen herinnerden ze zich zijn woorden.

9 Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd.

10 De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd,

11 maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet.

12 Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was.

13 Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt.

14 Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen.

15 Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee,

16 maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden.

17 Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan.

18 Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’

19 Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk.

20 Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen.

21 Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is.

22 Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen,

23 vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft.

24 Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’

25 Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben?

26 Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’

27 Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.

28 Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen.

29 Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen.

30 Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun.

31 Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik.

32 Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’

33 Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen,

34 die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’

35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’

37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien.

38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel?

39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’

40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten.

41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’

42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis.

43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.

 ‘Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ Het kan bijna niet duidelijker. Jezus zegt dat hij leeft, dat het zijn eigen lichaam is, geen geest, en om dat te bewijzen at hij vis met hen.

Er zijn in andere delen nog meer zinnen. In Matteüs,21 bijvoorbeeld…

Matteüs 28:5: De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. 6 Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft. 7 En ga nu snel naar zijn leerlingen en zeg hun: “Hij is opgestaan uit de dood, en dit moeten jullie weten: hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zul je hem zien.

…en…

Matteüs 28:10: Daarop zei Jezus: ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze mij zien…

16 De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd.

17 toen ze hem zagen bewezen ze hem eer, al twijfelden enkelen nog.

Een herrezen lichaam hoeft niemand ‘voor te gaan’. Het zou daar spontaan verschijnen. Noch zou het iemand hoeven te vertellen waar het te zien zal zijn.

Het evangelie van Marcus22 zegt…

Marcus 15:43: …kwam Jozef van Arimatea, een vooraanstaand raadsheer, die zelf ook de komst van het koninkrijk van God verwachtte. Hij raapte al zijn moed bijeen en ging naar Pilatus, die hij om het lichaam van Jezus vroeg. 44 Het bevreemdde Pilatus dat hij al dood zou zijn en hij riep de centurio bij zich, aan wie hij vroeg of Jezus al gestorven was…

Een synoniem voor wonder is verwondering – Pilatus verwonderde zich over Jezus’ dood, omdat hij maar drie uur aan het kruis had gehangen; normaal duurde een kruisdood veel langer. ‘Voor de Romeinen was kruisiging een langzame, kwellende, vernederende dood… Een kruisiging kon je overleven, mits die niet te langdurig was, en er zijn verslagen van mensen die dat deden.’23

…en…

Marcus 16:9: Toen hij vroeg op de eerste dag van de week uit de dood was opgestaan, verscheen hij eerst aan Maria uit Magdala, bij wie hij zeven demonen had uitgedreven. 10 Ze ging het nieuws vertellen aan de mensen die hem hadden vergezeld en die nu om hem treurden en rouwden. 11 Toen ze hoorden dat hij leefde en dat zij hem had gezien, geloofden ze het niet. 12 Daarna verscheen hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de stad aan het wandelen waren. 13 Ze gingen terug en vertelden het aan de anderen; maar ook zij werden niet geloofd.

‘Toen ze hoorden dat hij leefde’! Hoe kan dit worden misverstaan?

…en…

Marcus 16:14: Ten slotte verscheen hij aan de elf terwijl ze aan het eten waren, en hij verweet hun, hun ongeloof en halsstarrigheid, omdat ze geen geloof hadden geschonken aan degenen die hem hadden gezien nadat hij uit de dood was opgewekt.

En in het evangelie van Johannes 25

John 19:39: En ook Nicodenus kwam, die ’s nachts naar Jezus toekwam, en hem mirre en aloë bracht’

Nicodemus was ‘een rijk en populair man met de reputatie over wonderbaarlijke ver-mogens te beschikken.’26

Mirre en aloë worden niet bij balsemen gebruikt, maar als medicijn voor wonden. Tegenwoordig wordt mirre in zalven gebruikt voor het helen van schaafwonden. In alternatieve medische kringen wordt aangenomen, dat mirregom gemixt met azijn pijn kan verlichten.27 De Grieken en Romeinen gebruikten aloë om wonden te behandelen,28 wat vandaag ook nog gebeurd.

…en…

John 20:6: Even later kwam Simon Petrus en hij ging het graf wel in. Ook hij zag de linnen doeken, 7 en hij zag dat de doek die Jezus’ gezicht bedekt had niet bij de andere doeken lag, maar apart opgerold op een andere plek.

Het doek dat Jezus’ gezicht had bedekt voor de wonden door de doornkroon, bevond zich ergens anders dan de rest – niet waarschijnlijk als hij was herrezen en zijn doeken daar had achtergelaten.

…en tenslotte…

Johannes 20:19: Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede!’ 20 Na deze woorden toonde hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren blij omdat ze de Heer zagen.

 

Ik wil hieraan toevoegen dat het zeer waarschijnlijk is dat Jezus’ discipelen dachten dat hij aan het kruis gestorven was en daarom verbaasd waren, wat begrijpelijk is. Maar de Bijbel is er duidelijk over dat hij niet aan kruisiging overleden is, mits gelezen zonder vooringenomen geloof.

Tweeduizend jaar lang al is het Christendom op Jezus’ kruisdood gebaseerd (volgens velen voor onze zonden) als ook op zijn herrijzenis uit de dood. Denk je eens in wat voor invloed dit geloof op de wereld heeft en op velen van ons persoonlijk. Er zijn oorlogen om uitgevochten met miljoenen doden, en andere miljoenen die met schuld en schaamte hebben geleefd, allemaal dankzij op dit geloof.

Er is echter voldoende bewijs dat dit geloof onjuist is,29 en dat zelfs de Bijbel zegt dat het niet zo heeft plaatsgevonden, tenzij je de evangeliën leest met een vooropgezet geloof; en dan noch moet je veel aannames doen. (Denk aan Ockhams scheermes, dat het beste antwoord díe is met de minste aannames.)

Om te beginnen is er het oordeel dat de mens van nature slecht is (de Rooms Katholieke kerk noemt dit deerfzonde); we ontwikkelden het geloof – ondanks de bewijzen – dat de zoon van God uit de dood is herrezen om ons te bevrijden van onze zondige natuur; met de mening dat je zonder in Hem te geloven, niet naar de Hemel zult gaan.

Dat lijkt een interessant spel!

Hier is nog een klein voorbeeld van zo’n ‘oordeel-geloof-mening’ spiraal…

Laten we er van uitgaan dat je prostitutie als verkeerd bestempelt, voor welke reden dan ook. Dat vormt het geloof dat de regering het zou moeten stoppen, je bent daarom van mening dat iedere man of vrouw die zich met prostitutie inlaat, immoreel handelt.

En laten we ervan uitgaan dat jouw Oneindige Ik voor jou een ervaring creëert, die je er oog in oog mee brengt, doordat een echtgenoot, geliefde, zoon, dochter of goede vriend – iemand die je lief is en die je respecteert en bewondert – wordt gearresteerd op verdenking van prostitutie; het aanzetten of bieden van seks voor geld.

Ik neem aan dat als het om een echtgenoot gaat, je dat als onaangenaam, als hoogst onaangenaam zult ervaren. In zo’n geval doe je eerst Roberts Proces, om de hitte, het onaangename en het reële uit de situatie te halen. Doe vervolgens Jed’s spirituele autolyse, om onechte overtuigingen, onechte informatie en ego-invloeden te ontdekken die het resultaat zijn van jouw oordeel.

Meestal kun je gewoon je gevoel volgen – emoties en pijn bijvoorbeeld – om het oordeel erin te ontdekken. In dit geval is het duidelijk wat het onderliggende oordeel zal zijn; je vindt prostitutie verkeerd. Gebruik daarna de spirituele autolyse voor de vraag: ‘Is dat waar?’

Maar soms is het niet zo gemakkelijk; het oordeel is niet zo duidelijk en zit ergens diep verborgen. In zo’n geval kun je de emotie volgen, om zo het geloof te vinden. Of, als het geloof ook moeilijk te vinden is, de emotie te volgen om de mening te vinden, die dan te volgen om het geloof te vinden, en zo het geloof te volgen om het oordeel te ontdekken. Je zult het begrijpen.

Herinner je wat Jed McKenna zei…:

Bindingen met de droomstaat bestaan uit energie. Die energie noemen we emotie. Alle emoties, positief of negatief, zijn bindingen.

…beschouw daarom iedere emotie die niet plezierig, niet stimulerend of niet opwekkend is, als een seinpost – als een rode vlag – die je naar je meningen, geloof en oordelen leidt.

Je kunt dit altijd op je meningen en geloof toepassen, zonder dat je Oneindige Ik een katalyserende ervaring hoeft te creëren. Als je jezelf een mening hoort geven – welke ook – zoek dan het geloof dat naar die mening leidde, en kijk dieper naar het oordeel dat tot dit geloof heeft geleid.

Onthoud dat oordelen zich in het filmtheater hebben zijn gevormd en op verkeerde uitgangspunten zijn gebaseerd; ze zijn dus alle onwaar.

Dit zal voor de velen die erg gebonden zijn aan hun meningen en ego moeilijk te accepteren zijn, omdat de ene op de andere is gestapeld. Maar het zijn juist deze bindingen, waar het coconproces over gaat.

‘Goed,’ zul je zeggen, ‘ik begrijp een leven zonder oordelen, zelfs zonder geloof, maar hoe leef je zonder meningen? Is dat niet saai? Moet je alles wat je in je hologram tegenkomt maar zonder meer accepteren?’

Ja en nee. Ja, je accepteert wat je tegenkomt; dat alles door jouw Oneindige Ik voor jou is gecreëerd, om mee te maken, tot op het kleinste detail. Zelf leef ik nu zonder oordelen, behalve die keren dat er eentje opduikt om het proces aan te geven. Maar nee, het leven is verre van saai en ik heb nog steeds zo mijn voorkeuren.

In het begin van zijn tweede boek van zijn Enlightenment Trilogy zegt Jed McKenna, ‘ik haat L.A.’ Ik heb nooit begrepen of hij hiermee een oordelende mening weergaf, of een literaire vrijheid nam, voor effect.

Ik haat niets; maar heb wel mijn voorkeuren.

Wat is het verschil? Dat kan soms erg subtiel en tricky zijn, maar ik zal het proberen het uit te leggen.

Een oordeel dat is gebaseerd op geloof en meningen, bevat weerstand tegen de tegenovergestelde mening. Een voorkeur biedt geen weerstand, maar is eerder een soort keuze.

Ik speel niet graag Boter, Kaas en Eieren, tenzij met een klein kind. Ik vind het spel nogal saai, mede omdat het niet valt te winnen als je met iemand speelt die geen idee heeft waar het over gaat. Nu ken ik Backgammon en speel dat veel lierver. Ik heb geen weerstand tegen Boter, Kaas en Eieren en heb er ook geen oordeel over. Ik houd er alleen niet van.

Net zo hou ik ook niet van een oordelenspel, een geloofspel, een meningenspel of een angstspel, kortom de eerste helft van het Mensenspel in het filmtheater. Ik zou er geen moeite mee hebben als de omstandigheden bedoeld zijn om te verheffen, en als het duidelijk is dat mijn Oneindige Ik het voor mij voor dat moment had gecreëerd; ik heb er geen oordeel, geloof of mening over, alleen hoe volmaakt het was in een fase van mijn metamorfose. En hoe volmaakt het is voor hen die nog steeds meespelen.

Ik hou er van om mijn tijd met mensen uit de eerste helft van het Mensenspel door te brengen. Maar ik ben niet graag omgeven door anderen hun drama’s en conflicten en hun constante lawaai. Ik hou niet van het Boter, Kaas en Eieren gepraat. Ik luister niet graag naar Boter, Kaas en Eieren spelers, hun spelpraat, hun herkauwen op vorige spelsessies, hun beschuldigen aan anderen, als ze een spelsessie verloren hebben, hoezeer ze het schachtoffer zijn als ze verloren hebben, en hun discussies over strategieën om een spel te winnen dat niet valt te winnen. Maar ik oordeel er niet over. In feite ondersteun ik wat ze doen; ik vind het alleen niet interessant of leuk er zelf deel van te zijn.

Ik verkies stilte boven het motorlawaai. Heb geen voorkeur voor alcohol, vanwege het rare gevoel dat het me geeft. Mijn voorkeur gaat uit naar het eten van proteïnen en groente in plaats van koolhydraten. Ik heb een voorkeur voor warm weer boven koud, zon boven sneeuw, de kust boven bergen, en weinig of geen kleren boven veel kleren. Ik verkies een film boven loos geklets, een concert boven een cocktail party, alleen wandelen met muziek op m’n hoofd boven een diner. Ik verkies duiken in de oceaan boven lopen over land.

Dat zouden mijn keuzes zijn als ik mocht kiezen. Maar ik zal zijn waar mijn Oneindige Ik wil dat ik ben en ervaren wat mijn Oneindige Ik wil dat ik ervaar, met vreugde en zonder aarzelen en weerstand, omdat ik volledig vertrouwen in mijn Oneindige Ik heb, wat er ook van me verwacht wordt.

Ik zou hen die nieuw in hun cocon zijn speciaal willen waarschuwen, om goed op meningen en voorkeur te letten. Soms zijn oordelen moeilijk te ontdekken zonder dat het moeilijk lijkt; het is zo gemakkelijk om te zeggen: ‘ik ben niet graag dichtbij die persoon,’ en te denken dat het om een voorkeur gaat, terwijl het in feite een oordeel kan zijn.

In het begin was het voor mij het simpelste, om aan te nemen dat elke voorkeur van mij in werkelijkheid een mening was, gebaseerd op oordeel. Na ongeveer een jaar, toen het me steeds beter lukte om oordelen los te laten – toen ik beter door kreeg wanneer mijn ego een loopje met me wou nemen – liet ik mezelf wat meer voorkeuren toe.

Maar ik blijf waakzaam en daag mijn voorkeuren regelmatig uit, om er zeker van te zijn dat ik niets weersta, want weerstand is de sleutel.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: