Vlinders zijn vrij (27) – VORIGE LEVENS?
JED McKENNA
Vraag: Je gebruikt veel citaten van Jed McKenna die geen echt persoon is, althans niet zijn echte naam. Denk je dat hij echt bestaat?
Antwoord: Ik vertelde dat Robert Scheinfeld was gestopt als scout. Ik denk dat Jed McKenna voor het schrijven van zijn Enlightenment trilogy op een bepaald moment ook is gestopt. Hij beweert uit zijn cocon te zijn gekomen en nu vlinder is…
Dat zwerven over een verschroeide aarde was niet het einde, het was slechts het begin. Ik had nog steeds mijn eigen ontmanteling te volbrengen, wat me bijna twee jaren koste, tot ik op een plek kwam met de naam Klaar… Mijn werkelijkheid is nu die van een ontwaakte, een onwaarheid-ongerealiseerde toestand… In de volgende tien jaren probeerde ik die nieuwe wereld te begrijpen; een niet-wereld waarin een niet-ik toch schijnt te resideren.1
Er zijn redenen waarom ik niet weet of dit waar is. Een: het lijkt me voor Jed onmogelijk om zijn drie boeken te schrijven zonder met zijn coconproces te stoppen en zijn transformatie uit te stellen. Misschien dat hij, in de jaren die op zijn laatste boek volgden, een vlinder werd, omdat we sindsdien niets meer van hem hebben vernomen.
Twee: …daar kom ik zo op terug; eerste even terug naar de vraag.
Toen ik Jed zijn Enlightenment Trilogy voor de eerste keer las, wist ik ogenblikkelijk dat deze man, wie hij dan ook is, authentiek is. Hij moet wat hij schreef ook hebben meegemaakt, anders kun je dat niet met die woorden beschrijven. Ik zie in hem een man, een mede scout, die het volle uitzicht op de oceaan heeft; hij beschreef gedachten en gevoelens die ik herken en die alleen mogelijk zijn als je op een bepaald punt van je reis bent gekomen.
Bijvoorbeeld:
Hier ben ik dan, levend en wel, en ik heb besloten het te beschrijven zoals ik het zie. Ik sluit niets uit. Ik vertrouw nergens op. Als mijn beschrijving met al die tienduizend andere beschrijvingen conflicteert – ongeacht hun waarde en van wie dan ook – dan zijn voor mij die andere beschrijvingen niets meer dan fabels en folklore en kunnen ze naar de vuilnisbelt der historie worden verwezen. Ik ben eenvoudigweg hier en ‘hier’ lijkt niet erg op dat wat ze ervan zeggen dat het is, en ik ga mijn tijd en dat van anderen dan ook niet verspillen het anders voor te stellen. Dat ‘hier’ is niet mistig of duister. Het is niet mysterieus of magisch. Mijn kennis is toegankelijk en mijn zicht is helder. Gevaarlijk dit te zeggen, maar belangrijk. Ik interpreteer niet. Ik vertaal hier niets. Dit komt niet uit de tweede hand. Ik ben hier, nu, en vertel je wat ik zie, zo rechtstreeks mogelijk.
Het is eenvoudig… Verlichting is waarheidsrealisatie. Niet eenvoudig de waarheid, maar dat wat niet eenvoudiger kán, wat niet verder kan worden gereduceerd.
Verlichting is niet daar waar je heen gaat, het is als daar naar hier komt. Het is geen plek die je hebt bezocht en waar je graag naar terug wilt. Het is geen bezoek aan waarheid, het is het ontwaken van waarheid in jou. Het is geen vluchtige bewustzijnstoestand, het is permanente waarheidsrealisatie. Het is geen plek die je vanuit hier bezoekt, het is een plek die je vanaf daar bezoekt.
Verlichten zien het leven als een droom, hoe kunnen ze daarom ooit verschil maken tussen goed en kwaad? Hoe kan het ene beter of slechter zijn dan het andere? Hoe belangrijk is de inhoud van een droom? Je wordt wakker en de droom vervliegt alsof die er nooit is geweest. Al die personen en gebeurtenissen die zo echt leken zijn verdwenen. Verlichten mogen dan in de droomwereld handelen en wandelen, ze verwarren droom nooit met werkelijkheid.
De waarheid is, dat niets echt slecht is. Niets kan slecht zijn en niets kan slecht worden. Zelfs te denken dat iets slecht is, is niet slecht. Slecht kan niet bestaan… Als er niets slecht is, dan hoeft ook niets goed te worden gemaakt, wat betekent dat er niets hoeft te worden gedaan.
Verlichten zijn uit de droom ontwaakt en verwarren die niet langer met de werkelijkheid. Ze zijn niet meer in staat aan wat dan ook waarde toe te kennen. Voor een verlichte is het einde van de wereld niet meer dan het breken van een twijg. De Gita zegt: ‘de wijze ziet in alles hetzelfde.’ De Tao zegt: ‘de wijze is onpartijdig.’ Een verlichte kan niets als slecht beschouwen, en hoeft daarom niets te herstellen. Niets is beter of slechter, dus waarom dingen veranderen?
Eenmaal voorbij het denkbeeld van: dualiteit is ‘slecht’ en eenheid is ‘goed,’ vervalt de noodzaak iemand te ‘helpen’ of te ‘redden.’ Ikzelf bijvoorbeeld doe van wat ik doe niets waarvan ik denk dat ik zou moeten doen. Ik denk dat er niets ‘slecht’ is wat ‘goed’ gemaakt zou moeten worden. Ik doe het niet om lijden te verzachten of iets te bevrijden. Ik doe het vanuit mijn aanleg.
Ik hoorde dat Maharishi Mahesh Yogi zijn teruggetrokken leven aan de voet van de Himalaya zeer waardeerde en daar wilde blijven, maar er kwam een naam van een Indiase stad in zijn hoofd op. Het kwam daar spontaan binnen. Toen hij dat aan iemand vertelde, werd hem geadviseerd daarheen te gaan; dat het de enige manier was om die naam kwijt te raken. Dat deed hij, raakte betrokken bij een gesprek en de hele Transcendente Meditatie beweging was het gevolg. Dat spreekt me aan. Aanschouw wat gebeurt en de stroom der dingen zal je brengen waar je moet zijn.
Angst, in wat voor gedaante dan ook, is de motor achter de individuele mens en de menselijke soort. Eenvoudig gezegd drijft angst de mens voort. Het is uitdagend te stellen dat wij tweeledig zijn, rationeel en emotioneel, verdeeld over linker- en rechterhersenhelft; maar dat is niet waar. We zijn primair emotioneel en de overheersende is angst… Angst voor de holle kern. Angst voor het zwarte gat in ons. Angst voor niet-zijn. Angst voor het niet-zelf. De angst voor het niet-zelf is de moeder der angsten waarop alle andere zijn gebaseerd. Er is geen angst zo klein en pietluttig, of de angst voor niet-zijn zit in zijn kern. Alle angst is uiteindelijk angst voor niet-zelf.
Het traject waar ik in zit zal me zo dichtbij niet-zijn brengen als maar mogelijk is, terwijl ik nog steeds een lichaam heb. Ik zal steeds minder energie naar mijn droomstaat leiden, mijn leringen terugbrengen naar hun meest verfijnde en minst tolerante vorm, mijn aandacht voor de wereld terugtrekken, zo minimaal zijn als maar mogelijk is.
Jaren heb ik als closetvlinder tussen rupsen geleefd, hevig dromend over het zijn van vlinder. Ik wist dat dit sterk verschilt van rupsen. Ik wist van de onoverbrugbare kloof met hen, dat ik niet meer een van hen was, zij waren niet als ik en ik ben niet als zij. Ik wist met hen te communiceren, maar oppervlakkig, met een snel afnemende herinnering aan hun taal en gewoonten. Wat me tijd kostte was de reden te begrijpen waarom ik niet langer een van hen was, dat ik iets anders was, dat het verschil absoluut was. Ik had me de toelating tot een geheel nieuwe werkelijkheid verworven, maar was er nog niet ingegaan, omdat niemand me dat had uitgelegd, dat deze nieuwe staat van zijn van mij was, dat wat rupsen een vlinder noemen.
En dan, op een dag is het er. Niets. Geen vijanden meer, geen strijd. Het zwaard dat aan je hand gegoten leek kun je als je vingers het willen laten vallen. Er valt niets meer te beweren en er is niets meer wat we nog moeten doen, er zal nooit meer iets zijn wat we moeten doen.
Verlichting is geen diploma waarmee je naar de universiteit kunt, Zelfs niet een universiteitsbul waarmee je de ‘echte’ wereld in kunt. Het is het finale afstuderen. Geen jacht meer, geen najagen, geen strijd. Nu kun de wereld ingaan en doen wat je wilt; gitaar leren spelen, uit vliegtuigen springen, boeken schrijven, druiven kweken, wat dan ook.
Deze citaten komen uit de eerste pagina’s van zijn eerste boek Spiritual Enlightenment: The Damnedest Thing[‡‡], waarvan er in totaal drie zijn verschenen en het lezen zeker waard.
Na dit gezegd te hebben, is het me duidelijk geworden dat Jed en ik verschillende routes hebben genomen naar hetzelfde doel, wat voor verschil van mening zorgt op diverse punten. Ik wil deze graag in detail behandelen zodat je weet dat verschillende scouts verschillende manieren hebben om het pad te duiden. Jed en ik zijn het niet voor 100% eens, behalve over het einddoel.
De onderliggende toon bijvoorbeeld in zijn uitleg over de Kindmens, bevat oordeel en kritiek op hun slapend zijn binnen de droomstaat:
Kindmensen zijn bekrompen, angstig en traag… het is een afschuwelijke aandoening.
Het is duidelijk dat Jed het idee van het filmtheater, bedoeld om inperking en restricties te creëren, niet deelt. Zou hij dat wel doen, dan zou hij zo niet over het Kindmens oordelen en het als een perfect onderdeel van het Mensenspel zien.
Een ander voorbeeld is Jeds voortdurend refereren van Maya als de ‘godin der begoocheling’ en als personificatie van het ego, wat gemakkelijk kan worden uitgelegd als één of andere kracht daarbuiten, een soort entiteit of macht, die met opzet probeert mensen van vreugde, overvloed en waarheid af te houden.
Maya kan het beste als de intelligentie van angst worden gezien. Zij is de gevangenisbewaarster, de opzichter van de droomstaat. Het is Maya die ons de mysterieuze en levenbrengende kracht schenkt te zien wat er niet is en niet te zien wat er wel is. Het is Maya die de droomstaat mogelijk maakt waaruit ontsnapping vrijwel onmogelijk is. Zij geeft de droomstaat bestaan, en als je eruit wilt ontwaken, dan zul je haar moeten vernietigen, laag voor laag.
Wat me naar het derde punt over Jed brengt, is zijn oorlogszuchtige taalgebruik en houding, dat er een vijandis die bevochten moet worden en vernietigd…
Echte spiritualiteit is als een wilde opstand, het opkomen der onderdrukten in een ‘alles of niets’ wens naar vrijheid. Het is geen zelfverbetering of verdienste of vrienden imponeren of vreugde of de zin van het leven vinden . Het is een zelfmoordaanslag op een vijand van onvoorstelbare superioriteit.
Mensen die dit serieus nemen hebben mij of anderen niet nodig, alleen maar de volgende vraag: het zetten van de volgende stap, het vinden van de volgende vijand en de volgende strijd. Zij die dit niet serieus nemen zijn onveranderlijk bezig zichzelf te misleiden, dat er geen echte stappen hoeven te worden gezet of strijd hoeft te worden gevoerd.
Zijn derde boek heeft zelfs de titel Spiritual Warfare.[§§]
Ik moet wel aannemen dat Jeds route over de bergen veel strijd heeft gekost, met de elementen, de Indianen en wilde dieren; veel kapwerk om door het woud te komen. Dit, terwijl mijn route daar weinig van heeft. Bovendien is één van de stappen in de coconfase de realisatie dat er geen vijanden zijn, gaan daarbuiten daar buiten, geen dualiteit en geen hij of zij tegen mij.
Ook noemt Jed de kwantumfysica niet of andere wetenschappelijke ontdekkingen die aangeven dat het allemaal niet echt is, dat het een spel is. In plaats daarvan neemt hij het in zijn boeken heel serieus…
De persoonlijke revolutie wordt door emotionele energie van de puurste soort gevoed. Die komt voort uit focus en die gefocuste emotionele energie lijkt in niets op liefde, stilte of compassie. Het lijkt op ziedende woede of lelijke zaken, maar zo werkt het. Suïcidale ontevredenheid; zo worden revoluties gewonnen en ze zijn zo zeldzaam. Zang en gebed lanceren geen raketten naar de ruimte, terwijl een ontsnapping aan het ego net zoveel energie vraagt. Alle energie, die we normaal alle richtingen opsturen om onze droomstaat te figureren en in beweging te houden, richten we nu op één enkel punt. Het is alles of niets.
Maar het is maar een spel – een geweldige, complexe, opwindende en uitdagende schattenjacht naar waarheid.
Tenslotte gebruikt Jed zijn eerste boek, Spiritual Enlightenment: The Damnedest Thing, om zijn transformatie tijdens het coconproces te beschrijven. Hij beschrijft in gloedvolle termen het vrijheidsproces in het filmtheater en doet de lezer wensen om in zijn buurt te zijn.
In zijn tweede boek, Spiritually Incorrect Enlightenment[***], beschrijft hij hoe moeilijk het is om te komen waar hij is, met prachtige voorbeelden van één van zijn studenten, Julie, van haar spirituele autolyse proces – een realistisch kijk in het coconproces. (In het andere boekdeel klopt Jed zichzelf op de schouder, als de eerste die het boek Moby Dick van Melville door heeft.)
In zijn derde boek, Spiritual Warfare, buigt Jed zich weer terug en probeert hij de lezer ervan te overtuigen nietdaar te gaan waar hij is gegaan, maar in plaats daarvan in het filmtheater te blijven als Volwasmens…
Het belangrijkste onderscheid tussen deze twee toestanden is: dat het Volwasmens zijn zin heeft en het verlicht zijn niet. Het grootste voordeel van het inzicht wat waarheidsrealisatie echt betekent, is niet het te bereiken maar kunnen uitdelen, om spirituele inzichten op waardevoller zaken te richten dan op verlichting, welk laatste letterlijk het grootste eeuwige niets is.
Zo zou ik nog wat andere zaken kunnen noemen waarin ik het niet met Jed eens ben, maar laat ik niet overal over vallen. Laat het duidelijk zijn dat Jeds visie uit zijn route voortkomt, hoe hij over de bergen is gekomen. Hoewel zijn beschrijving van de oceaan bijzonder accuraat is, is zijn weg niet de enige weg en hoeft niet iedereen door te maken waar hij doorheen is gegaan. Ook zal niet iedereen voelen wat Jed voelde toen hij arriveerde. Ik althans niet.
Ook wil ik benadrukken dat er alleenstaande zinnen in zijn boeken zijn te vinden die de tendens van zijn schrijven tegen lijken te spreken…
Het is allemaal bewustzijn, je bent slechts bewustzijn. Verder is er niets.
Maya, moet je weten, is geen archetypische godheid die ons van bovenaf tegenwerkt. Maya zit in ons, is een deel van ons… zij is geen zij en zij is voor jou niet extern. Ze zit in jou en haar lagen zijn de zaken waaruit jouw ego is opgebouwd.
In plaats van een oorlogzuchtige houding aan te nemen, dienen we tegen ons gevoel in ons schild te laten zakken. Dat lijkt verwarrend tot we begrijpen dat we in dit conflict beide zijn, de voorvechter en de tegenstander, aanvaller en verdediger. Dat is het paradoxale aan deze strijd. Die is met vechten niet te winnen. Datgene wat vecht, dat weerstand biedt, is hetgeen we omver willen werpen.
Jed uit in enkele gevallen zijn waardering voor datgene wat hij meestal lijkt te veroordelen en te bekritiseren, zelfs Maya…
Ik zou niet weten wat fascinerender, lieflijker en meer waardering waardig is dan Maya, de architect van begoocheling.
Het idee dat… het dualistische universum iets anders zou zijn dan het grootse en meest prachtige van alle zegeningen, is lachwekkend absurd.
Als je de boeken van Jed met een onderscheidend oog leest en je verder kijkt dan de algemene teneur en op de kernzinnen let, dan zul je iets prachtigs vinden. Het is mijn mening dat iedereen die vlinder wil worden, deze Enlightenment Trilogy dient te lezen.
EINDNOTEN
- Alle citaten in dit hoofdstuk zij van McKenna, Jed, The Enlightenment Trilogy – Verder lezen
Vlinders zijn vrij is een boek geschreven door Stephen Davis. Hij verwoord in dit boek zijn kijk op onze werkelijkheid. Een kijk die voor een groot gedeelte aansluit bij mijn eigen kijk op de werkelijkheid, de virtuele holografische realiteit.
Omdat Stephen het op een zeer unieke wijze beschrijft wil ik jullie dit niet onthouden. De komende tijd zal ik het complete boek op mijn blog publiceren.
Stephen heeft zijn boek vrijgegeven voor publicatie.
Voor de totale inhoudsopgave kijk op: Vlinder zijn vrij