DE NACHTMERRIE van de ANDERHALVE METERSAMENLEVING

Die anderhalve metersamenleving, hoe zit dat nou precies? Dat is toch hoe wij nu leven? Dat is toch de samenleving waar iedereen – overal en altijd – anderhalve meter afstand moet houden van elkaar? Nou ja, behalve van de mensen met wie we in één huis leven. Maar hoeveel mensen wonen er tegenwoordig alleen? Voor mensen die geen huisgenoten hebben, geldt dus daadwerkelijk: afstand van IEDEREEN. Dat is toch die samenleving waar we, zelfs al houden we anderhalve meter afstand van elkaar, niet met meer dan drie mensen samen mogen komen? Waar verjaardagsfeestjes niet meer mogen en dus onaangekondigd beëindigd kunnen worden door politie-ingrijpen. Waar je niet meer onuitgenodigd naast iemand op een bankje gaat zitten. Waar je in trein of bus niet meer vraagt naar de stoel naast iemand “is deze vrij?”. De samenleving waar élke stoel naast iedereen altijd vrij blijft… of verdwijnt.
Daar hebben we het toch over?
En dat gaan we nu gewoon accepteren, die anderhalve metersamenleving? Omdat ons verteld is dat het niet anders kan. Die samenleving waar je elkaar nooit meer een hand geeft, laat staan een knuffel of drie zoenen. Waar kinderen en kleinkinderen hun ouders en grootouders nooit meer kunnen knuffelen, waar een kersverse oma haar jongste kleinkind niet meer op de arm krijgt, waar opa zijn kleinzoon niet meer kan leren fietsen – “nee, dat is geen anderhalve meter, opa!”. De samenleving waar patiënten in ziekenhuizen en ouderen in verpleegtehuizen geen bezoek meer mogen ontvangen. Waar iedereen wordt vervreemd van zijn of haar geliefden op de momenten dat ze die het hardst nodig hebben: bij ziekte of op het sterfbed.
Het is de samenleving waarin elk professioneel contact door glazen kuchschermen of van achter gezichtsbedekkende mondkapjes gaat. Waar je niks meer uit de blote hand van iemand mag aannemen. Een wereld van ontsmettingsmiddel op elke hoek van de straat en van handschoentjes bij elke aanraking. Een wereld waar heel veel nooit meer kan. Geen dansfeesten, geen volgepakte festivalterreinen, geen buurtfeesten, geen groepsreizen. Dat is de samenleving waar iedereen die je niet kent in potentie gevaarlijk is, waar onverwachte ontmoetingen nooit meer kunnen leiden tot fysiek intiemer contact – en dan hebben we het nog lang niet over seks. Want seks kan helemaal niet meer in deze anderhalve metersamenleving: geen romances, geen lat-relaties en geen onenightstands meer, geen prostitutie, geen tantraworkshops en geen erotische feesten. Het is een samenleving waar elke vorm van veilige nabijheid of intimiteit verdacht en gevaarlijk is.
Willen we die samenleving echt geruisloos in glijden?
Elke beroepsgroep wordt nu uitgenodigd om hun diensten en producten anderhalvemeter-proof te maken: de winkels en musea, de restaurants en terrassen, de theaters en bioscopen, de clubs en discotheken, de yogascholen en meditatieklassen, de sauna’s en spa’s, de pretparken en tropische zwembaden. Overal afstand, afstand, afstand. In winkels en op straat verschijnen strepen, lijnen, pijlen en bordjes: “hier mag je gaan, daar niet!” De routering in winkelstraten, winkelcentra en winkels wordt dwingend gewezen. Overal manoeuvreren we ons behendig langs onze medemens, die we hebben leren beschouwen als het gevaar voor de samenleving. En wie het even vergeet, of wie de afstand even niet meer volhoudt, kan worden beboet of opgepakt door een diender die de wet achter zich heeft.
Willen we echt in zo’n samenleving leven?
Wil jij dat?
In alle eerlijkheid: het is vandaag onze realiteit. Niemand had dat op 1 januari kunnen bedenken. Sommigen mensen hopen nog steeds dat het tijdelijk is en geloven op een snelle terugkeer naar ons oude leven. Ik verlies langzaam die hoop. En ook onze minister-president is niet één van die optimisten. Hij vraagt ons bij elke gelegenheid te wennen aan het ‘nieuwe normaal’ van de anderhalve meterssamenleving. Zou het dan niet voor maar een paar weken of paar maanden zijn, maar voor langer…? Zou dit inderdaad het normaal van onze toekomst zijn? Is die anderhalve meter écht onze toekomst? Ik mag hopen dat de optimisten gelijk krijgen…
En gaan we daar dan zo gemakkelijk naar toe? Gaan we zonder verzet elke nabijheid opgeven? Laten we ons werkelijk als makke schapen leiden naar de nieuwe samenleving van kille afstand? Het is verrassend – misschien wel stuitend! – hoe snel mensen wennen aan een bizarre situatie. Niet alleen is het grootste deel van de mensen heel gehoorzaam, een deel van hen wijst anderen zelfs actief op deze nieuwe regels. Kliklijnen horen nu ook tot het nieuwe normaal – klikken is de nieuwe deugd van de vrijwillige ‘burgersoldaten’. Wie kritisch is of vragen stelt, ontmoet grote en brede morele verontwaardiging. In de (nog maar!) zes weken waarin ons land nu leeft in een intelligente lockdown is de sfeer al behoorlijk verhard… ik vraag me af hoe dat na enkele maanden zal zijn.
Laat mij duidelijk zijn: IK GA NIET AKKOORD MET DEZE SAMENLEVING. Ik zal de kwetsbaren beschermen en zorg dragen voor iedereen die op mijn pad komt, maar ik zal het contact niet mijden. Mijn ouders en schoonouders, mijn volwassen kinderen en mijn vrienden zijn van harte welkom in ons huis, vandaag en in de toekomst. Ik laat me dat recht niet ontnemen. Ik zal niemand in verlegenheid brengen door ongevraagd de anderhalve meter te overbruggen, maar ik zal nooit een medemens ontwijken die mijn aanwezigheid of aanraking zoekt of nodig heeft. Ik wil me blijven verbinden. Ik wil leven in vertrouwen en liefde. Ik kies voor het leven waarin gevaren schuilen en het leven dat een einde heeft. Zolang ik leef zal ik mij verbinden – in liefde.