Spring naar inhoud

Vlinders zijn vrij (4) – DE BIBLIOTHEEK

Vlinders zijn vrij is een boek geschreven door Stephen Davis. Hij verwoord in dit boek zijn kijk op onze werkelijkheid. Een kijk die voor een groot gedeelte aansluit bij mijn eigen kijk op de werkelijkheid, de virtuele holografische realiteit. Omdat Stephen het op een zeer unieke wijze beschrijft wil ik jullie dit niet onthouden. De komende tijd zal ik het complete boek op mijn blog publiceren. Stephen heeft zijn boek vrijgegeven voor publicatie. voor de totale inhoudsopgave kijk op: Vlinder zijn vrij

DE BIBLIOTHEEK

Wat ik nog niet heb gezegd is dat er achterin het theater drie deuren zijn. Op de ene staat Heren, op de andere Dames en op de derde staat: Bibliotheek en is nooit op slot.
En bij die deuren staan de groepen. Toen ik begreep dat de groep waartoe ik behoorde niet leverde wat deze beloofde en mijn lidmaatschap wilde beëindigen, ging ik de bibliotheek binnen en ging lezen, op zoek naar nieuwe inspiratie en hoop. Ik heb al over de tijd die ik aan titels en auteurs spendeerde verteld, het bestuderen van teksten van diegenen die groepen hadden opgericht en die leidden, me de moeite besparend aan al die groepen deel te nemen om hun inconsistentie en tegenstrijdigheden te ontdekken.
De meest boeken in de bibliotheek zijn het noemen niet waard, tenminste niet hier. Maar tijdens het lezen ontdekte ik wel belangrijke informatie die zeer de moeite waard is en absoluut noodzakelijk voor iedereen die zijn realiteit wil veranderen.
Daarom ga ik een grote sprong maken, van filosofie en religie naar wetenschap, van metaforen en analogieën naar nuchtere, harde wetenschappelijke experimenten. Het onderwerp is de kwantumfysica en wat daaruit bekend is geworden (en verkeerd begrepen): het Holografische Universum. Monumentale ontdekkingen van de laatste decennia die letterlijk alles van wat we over ons fysieke universum wisten op zijn kop zet.


Maak je geen zorgen, ik ga niet op de technisch wetenschappelijk tour of dingen zeggen die geen Volwasmens begrijpt. Maar als je nog steeds ontevreden bent over wat groepen bieden – uit probeert te vinden waarom groepen niet bieden wat ze beloven – dan moet je de volgende paar hoofdstukken samen met me in de bibliotheek doorbrengen; en neem je computer mee.
Om te beginnen ben ik geen kwantumfysica expert; ik heb daarom de echte experts uitgenodigd – doctors in de fysica, professoren in kwantumfysica, toonaangevende universiteiten, auteurs van boeken – die rechtstreeks tot je zullen spreken via citaten en video interviews. Alles wat je leest zijn niet mijn meningen, maar die van hen die weten waar ze het over hebben.
Ik heb een aantal videolinks en aanbevelingen opgenomen die je naast het lezen kan bekijken.
Oké, daar gaan we…
* * *
Wat we al geruime tijd weten – althans wat me vijftig jaar geleden op school is geleerd – is dat de fysieke wereld om ons heen niet zo solide is als deze aanvoelt of eruit ziet. Het universum bestaan voornamelijk uit leegte.
Dat wordt duidelijk als we een ruimtevaartuig nemen en door de buitenste ruimten van het heelal reizen; daar tussen de stippen van sterren en stelsels zien we vooral heel veel niets. De voortgeschreden technologie is ook dieper en dieper in de binnenruimte doorgedrongen; tussen atomaire en subatomaire deeltjes vinden we hetzelfde; heel veel niets.
De beste en leukste manier om dit te zien is een video van negen minuten, over de Powers of ten, van Charles en Ray Eames, die deze in 1977 voor IBM maakten. Klik daarvoor hier.
Er zijn meer video’s gemaakt met deze strekking: Cosmic voyage (1996, geproduceerd voor IMAX en gepresenteerd door Morgan Freeman) en Cosmic zoom (1968, geproduceerd door de National film board van Canada).
De boodschap van deze video’s is dat de buitenruimte en de binnenruimte veel op elkaar lijken; er is daar niets anders dan lege ruimte.
Als je bijvoorbeeld de kern van een waterstofatoom neemt en die op zou blazen tot de grootte van een voetbal, dan zou het elektron dat de uiterste rand van het atoom uitmaakt, op een afstand van dertig kilometer staan. En daartussen? Niets. Nada. Alleen lege ruimte.
Van de ruimte binnen atomen en moleculen – van alle ruimte daarbinnen – nemen de deeltjes slecht een onbetekenend aandeel aan volume in.
In feite is het universum voornamelijk leeg.
Het eerste wat we dus moeten begrijpen is, dat materie niet solide is, al voelt en lijkt het wel als zodanig.
Materie is niet, wat deze lang gedacht werd te zijn.
Materie is feitelijk heel veel lege ruimte.
* * *
De Powers of Ten video eindigt op het eindpunt van kennis van die tijd (1977), een proton in de kern van een koolstofatoom.
Maar sinds die tijd is de kennis toegenomen; wetenschappers dringen steeds dieper door in deze binnenruimte en ontdekten zeer kleine deeltjes die zich niet gedroegen zoals werd verwacht, althans niet volgens de fysicawetten waarin we honderden jaren in hebben geloofd.
Het beroemdste experiment dat een ware commotie veroorzaakte was het tweespletenexperiment.
Die werd in 1801 voor het eerste uitgevoerd met licht door de Engelse wetenschapper Thomas Young. Hij demonstreerde dat licht niet uit deeltjes bestond, wat aanvankelijk werd aangenomen, maar uit golven.
In 1961 werd hetzelfde experiment herhaald, maar nu met andere elektronen dan die van licht, en nog later, in 1974, met slecht een enkele elektron per keer. Daarna is het herhaald en verfijnd en weer herhaald, keer op keer, met steeds hetzelfde resultaat.
In september 2002 werd het tweespletenexperiment door de lezers van Physics world uitgeroepen tot het ‘meest mooie experiment’ en de bekende kwantumfysicus Richard Feynman zei: ‘alles in de kwantummechanicakan, door het zorgvuldig doordenken van de implicaties, van dit ene experiment worden afgeleid.’
De verandering in het denken over de opbouw van de wereld, geeft het belang van dit experiment aan.
Laten we daarom eens kijken hoe dit experiment werkt en waarom de resultaten zo ontstellend zijn…

We beginnen met kleine deeltjes materie, zoals kleine krijtbolletjes, en schieten een flink aantal daarvan naar een plaat waar een spleet in zit.

Description: marble1

Achter de plaat staat een schoolbord, waar de krijtbolletjes een stip op achterlaten…

Description: marble2

De meeste krijtbolletjes raken alleen de plaat met de spleet, maar de bolletjes die door de spleet gaan raken het schoolbord en maken daarop een patroon dat op de spleet lijkt.

Description: marble3

Dat lijkt duidelijk. Laten we nu een tweede spleet in de plaat aanbrengen…

Description: marble4

…we schieten weer met krijtbolletjes en krijgen wat we hadden verwacht, een patroon van twee spleten op het schoolbord.

Description: marble5

Oké, zover is het duidelijk. Maar wat zou er gebeuren als we in plaats van krijtbolletjes golven water op de plaat afschieten?

Description: marble6

Met een enkele spleet in de plaat, gaat een deel van de golven door de spleet en vormt zo een patroon op het schoolbord, zoals bij de krijtbolletjes bij een enkele spleet. Het meeste, waar de top van de golf het schoolbord raakt, recht voor de spleet.

Description: wave2

Maar wat gebeurt er, als we een plaat met twee spleten tussen de golven en het schoolbord plaatsen. Er gebeurt nu iets totaal anders.

Description: wave3

Als het water door beide spleten komt, veroorzaakt dat aan de andere kant van de plaat nieuwe golven, die elkaar op weg naar het schoolbord onderling raken.

Description: wave4

Als de top van de ene golf de achterkant van een andere golf raakt, heffen ze elkaar op. Dit noemen we ‘destructieve interferentie’. Gooi maar eens twee stenen met wat tussenruimte in het water en zie hoe de golven elkaar raken. Dus als we golven door twee spleten sturen, krijgen we een ‘interferentie patroon’ op het schoolbord, zoals hier…

Description: wave6

De heldere lijnen op het schoolbord laten zien waar de golftoppen elkaar raakten (constructieve interferentie) en het schoolbord bereikten. De donkere ruimte daartussen is waar de top van de ene golf de achterkant raakte van een andere golf (destructieve interferentie), elkaar daardoor hebben opgeheven en het schoolbord niet bereikten.
Dus, als we materiedeeltjes (krijtbolletjes) afschieten door de spleten, krijgen we twee patronen op het schoolbord die op de spleten lijken waar ze doorheen zijn gekomen. Als we golven door de spleten sturen, krijgen we een interferentiepatroon op het schoolbord. Eenvoudig toch?
Laten we dit experiment nu eens met elektronen uitvoeren in plaats van met krijtbolletjes…

We hebben een elektron altijd gezien als een heel klein bolletje dat rond een kern draait; een klein materiedeeltje en solide zoals een krijtbolletje. Daarom verwachten we hetzelfde patroon op het schoolbord als bij de krijtbolletjes; zeker als er maar een enkele spleet in de plaat zit…

Description: electron1

…en wanneer we een serie elektronen afvuren door de plaat met twee spleten, dan verwachten we een patroon dat gelijk is aan de twee spleten op het schoolbord, net als bij de krijtbolletjes, maar…

DAT IS NIET ZO!
Description: electron2
In plaats daarvan krijgen we hetzelfde interferentie patroon als bij de golven door de twee spleten.

Description: wave6

GOLVEN
Description: marble1


ELEKTRONEN

Aanvankelijk dachten de wetenschappers dat het aan de hoeveelheid elektronen lag die op dat moment op het schoolbord werden afgevuurd, en misschien botsten de elektronen tegen elkaar aan de andere kant van de plaat met spleten, en schakelden elkaar daardoor uit en bereikten ze het schoolbord niet. In 1974 uiteindelijk waren ze in staat om een enkele elektron per keer op het schoolbord af te vuren, en was er dus geen mogelijkheid om een interferentie aan te gaan. Echter, ze kregen nog steeds een interferentiepatroon.
(Er is een goede animatievideo over dit tweespletenexperiment, van What the bleep!? – Down the rabbit hole, klik daarvoor hier.)
Hoe was dit mogelijk? Hoe kon het afvuren van een enkel klein deeltje materie door twee spleten, een interferentiepatroon van een golf doen ontstaan?
Er was maar één verklaring mogelijk: Een elektron is een golf en geen deeltje; het is geen solide materiedeeltje zoals we altijd hebben gedacht!
Recente experimenten hebben aangetoond dat dit ook voor een atoomkern geldt, dus niet alleen voor elektronen.
Materie is niet wat deze lang gedacht werd te zijn. Voor wetenschappers was materie altijd het ultieme; deze was statisch en was voorspelbaar… We beschouwen ruimte als leeg en materie als solide. Maar feitelijk bestaat materie uit niets; het is compleet onsubstantieel. Neem het atoom. We zien dat als een hard bolletje. Daarna zeggen we: ‘nou, niet echt… het is dat kleine puntje van zeer dichte materie in het centrum…’ Maar dan blijkt ook dat niet juist. Zelfs de kern die we zo dicht vinden, plopt net zo in en uit het bestaan als elektronen.
Dus de fundamentele bouwstenen van ons fysieke universum – de kern en de elektronen van een atoom – bestaan niet uit deeltjes materie, maar bestaan in feite uit golven. In de kwantumfysica wordt dit de ‘golf-deeltjes dualiteit’ genoemd.
Dit liet iedereen versteld staan, maar is niet het einde van het verhaal…

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

%d bloggers liken dit: