Sumerische kleitabletten – De aardse nederzetting wordt ingericht
De ruimtevaarders zijn aangekomen op aarde en begroeten de verbannen koning Alalu. Die hen voorgegaan was. Na de omgeving verkent te hebben wordt er kamp gemaakt en voor drinken en eten gezorgd. Dit gedeelte lijkt heel veel op het verhaal in Genesis in de bijbel waarbij god de aarde schept in zeven dagen.
Boek van Enki 3e Tablet deel 4 door Zecharia Sitchin
Dag 1: God scheidde licht en duisternis. Het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht.
Dag 2: God schiep het hemelgewelf, het uitspansel, dat de watermassa onder het gewelf scheidde van het water erboven.
Dag 3: God liet het water samenvloeien. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. Voorts liet God zaadvormende planten en bomen ontkiemen.
Dag 4: God schiep de lichten aan het hemelgewelf, zon, maan en sterren als markering voor seizoenen, dagen en jaren. Het grote licht (de zon) om over de dag te heersen, het kleine (de maan) om over de nacht te heersen.
Dag 5: God liet het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde liet hij vogels vliegen. En God zegende hen, opdat de vogels en de vissen talrijk zouden worden.
Dag 6: God schiep de landdieren: het vee, kruipende dieren en wilde dieren. Vervolgens besloot God de mens te maken, naar zijn evenbeeld, om heerschappij te voeren over alle andere schepselen. God schiep eerst de mens (als hem) en in tweede instantie als man en vrouw (hen). Hij zegende ze met de woorden, “Wees vruchtbaar en wordt talrijk” en heers over de vissen, vogels en alle dieren die op aarde rondkruipen. Aan het eind van deze dag, na de schepping van de mens, staat er “God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. “
De teksten zijn niet geheel gelijk maar hebben wel frappante overeenkomsten en denk ik een iets ander interpretatie. In het verhaal wordt niet de aarde door god geschapen maar wordt de aarde door de “helden” ( lees goden) ontdekt. Ook hier geldt weer. De teksten uit de onderstaande kleitablet werd eerder genoteerd als de tekst uit de bijbel en dit geeft toch wel te denken over onze echte afkomst !
Ea omhelsde Alalu in stilte,
zijn ogen gevuld met tranen van vreugde
Voor hem boog Ea zijn hoofd,
daarmee zijn schoonvader respecterend.
In de moerassen gingen de helden voorwaarts.
Meer en meer vispakken gingen uit,
meer en meer haasten zich naar het droge land.
Houdt het schip drijvend!
Commandeerde Anzu
Verankerd het in het water
daarmee de modder voor hen ontwijkend
De helden stapten aan wal,
buigend voor Alalu.
Aan wal kwam Anzu,
De laatste die het schip verliet.
Voor Alalu boog hij,
Alalu te verwelkomen met een omhelzing.
Aan allen die gearriveerd waren
sprak Alalu een welkomswoord.
Ea sprak allen die verzameld waren toe.
Hier op aarde ben ik de bevelhebber, zei hij
We zijn gekomen voor een missie van leven en dood.
In onze hand rust het lot van Niburu!
Hij keek rond, zoekend voor een plaats voor kampement.
Hoog op de grond, maak een wal daarginds.
Ea gaf orders om het kamp op te zetten.
De plek die hij aanwees was niet ver verwijderd
van de rieten hut die gebouwd was door Alalu.
Aan Anzu richtte hij zijn woorden.
Verzend via de straler de boodschap aan mijn vader,
de koning Anu, dat wij succesvol zijn gearriveerd.
Snel veranderde de kleur van de lucht,
van helderheid naar roodheid veranderde het.
Een schoonheid nooit gezien ontvouwde voor zijn ogen
De zon als een rode bal, verdween aan de horizon!
Angst overviel de helden,
Bang van een grote calamiteit waren zij!
Alalu sprak met een lach woorden van geruststelling.
Het is een stand van de zon,
die het einde van de dag op aarde markeert.
Voor een korte rust ga liggen.
Een nacht op aarde is onvoorstelbaar kort.
Voor je het het weet maakt de zon weer zijn verschijning
Het zal dan morgen zijn op aarde.
Sneller dan verwacht, kwam de duisternis.
De hemel van de aarde scheidend.
Bliksem doorkliefde de duisternis.
Regens volgden op het gedonder.
In het schip zaten de helden op hun hurken
In het schip zaten zij ineengedoken.
Van rust was geen sprake
Zij waren erg opgewonden.
Met versnelde hartslag wachtten zij de wederopkomst van de zon af.
Zij lachte blij en gaven elkaar een hand toen de stralen verschenen
En het was avond en het was morgen.
Het was hun was hun eerste dag op aarde .
Bij het aanbreken overwoog Ea de voortgang.
Hij zag toe hoe het water van het water werd gescheiden
Hij benoemde Engur als meester van het zoete water.
Om te zorgen voor het drinkwater
Naar de slangen poel ging hij met Alalu,
Om het zoete water te zien.
kwade slangen krioelde in de poel
Dit rapporteerde Engur aan Ea.
Hij bestudeerde het moerasland
de overvloed van regenwater beschouwend.
Enbilulu gaf hij de leiding over de moeraslanden.
Hij moest de rietstruiken markeren.
Enkimdu had de leiding over de uitgraving en het plaatsen van de wal,
Om een afscherming van de moerassen te maken
Om het water uit de hemel te verzamelen
Aldus werden de wateren van onder
gescheiden van de wateren van boven
De moeraswaters werden gescheiden van het zoete water
En het was avond en het was morgen
Het was de tweede dag op aarde.
Bij het opkomen van de zon, voerden de helden hun taken uit.
Alalu en Ea liepen samen naar het land van gras en bomen
Alles te inspecteren op soort wat in de boomgaard groeide, groente en fruit.
Aan Isimud, zijn vizier, stelde Ea zijn vragen.
Welke plant is dit? Welke plant is dat? Vroeg hij hem
Isimud, een geleerde, onderscheidde het goed groeiende eten.
Hij plukte een vrucht voor Ea, een honing plant is het
zei hij tot Ea.
Een stuks fruit at hij zelf, een stuks fruit at Ea !
Om het eten dat groeit te onderscheiden stelde hij de held Guru aan
Aldus waren de helden voorzien van water en eten.
Verzadigd waren zij echter niet
Het was avond en het was morgen.
Het was de derde dag op aarde
Op de vierde dag ging de wind liggen.
Het ruimteschip was niet beschadigd door de golven.
Laat het gereedschap uit het schip komen.
Laat de woningen gebouwd worden in het kamp.
Ea gaf de leiding over het cement en stenen aan Kulla
Om van klei stenen te maken.
Mushdammu kreeg de opdracht de funderingen te leggen
Om woningen als onderkomen te bouwen
De hele dag scheen de zon, het grote licht van de dag was het
In de avond scheen Kingu, de aarde’s maan,
in volle verscheining een zwak licht over de aarde.
Een weinig licht beheerste de nacht,
over de aanwezige planeten.
En het was morgen en het was ochtend
Het was de vierde dag op aarde.
Op de vijde dag liet Ea , Ningirsig,
een boot bouwen van riet
Om de grootte van de moerassen te bepalen
De uitstrekking van de moerasgebieden te bestuderen
Ulmash, hij die weet wat in het water leeft,
hij die kennis heeft van gevogelte dat vliegt.
Ea zag Ulmash als zijn compagnon,
om te beslissen tussen goed en kwaad.
Soorten die in het water zwommen,
soorten die in de lucht vlogen,
voor Ulmash waren velen onbekend.
Ongekend was hun aantal
Goed waren de karpers, die tussen het slechte zwommen
Ea ontbood de meester van het moeras , Enbilulu.
Ea ontbood Enkimdu, hij die de leiding heeft over de uitgraving en de wal
Aan hen gaf hij orders; Maak in het moeras land een afsluiting
van twijg hout en groenriet.
Om daar vis van vis te scheiden,
met een val waarmee geen karper door het net kan ontsnappen.
Een plaats waar geen vogel kan ontsnappen aan de valstrik
Aldus werden vis en gevogelte gescheiden door hun eigenschappen
om de helden te voorzien in hun behoeften
En het was avond en het was morgen
Het was de vijfde dag op aarde
Op de zesde dag bemerkte Ea in de boomgaard verschillende schepselen
Hij wees Enursag de taak toe, om te onderscheiden wat kroop en wat op benen liep
Hij was verbaast over hun verscheidenheid.
Van hun wreedheid en wildheid gaf hij verslag aan Ea
Ea ontbood Kumma, en gaf dringende orders aan Mushdammu
In de avond waren de woningen klaar,
beschermd door een omheining rondom
De helden zette hun schouders er onder, de funderingen waren snel gelegt
Van riet waren de daken gemaakt, van gekapte bomen werd de omheining gemaakt.