Sumerische kleitabletten – De eerste reis naar Aarde
De afgezette koning Alalu is onderweg door de ruimte naar de planeet aarde. Onderweg komt hij alle planeten tegen in ons zonnestelsel. En beschrijft daarbij ook nog eens alle uiterlijke kenmerken en manen.
Het grootste probleem blijkt de asteroïde gordel te zijn. die hij met een aantal kernbommen uiteindelijk bedwingt. Na ook mars te hebben gepasseerd is nu dan eindelijk die mooie aarde in het zicht.
Daar waar hij het goud hoopt te vinden om zijn eigen planeet Niburu te redden.
Ik blijf het herhalen, maar bedenk dat dit verhaal ca 7000 jaar geleden is opgetekend. De zaken die hier worden beschreven kunnen wij nu zelfs nog niet eens ondernemen. Dit moet wel betekenen dat er ooit een beschaving is geweest die onze aarde inderdaad op deze manier heeft bezocht.
De tweede tablet van heer Enki deel 1 door Zecharia Sitchin
Naar de sneeuw bedekte aarde zette Alalu zijn koers.
Maar geheim vanaf het begin koos hij zijn bestemming.
Dit is het verslag van hoe de oude tijden begonnen,
en het tijdperk dat in de annalen de Gouden tijd werd genoemd.
En hoe vanaf Niburu de missies naar aarde plaatsvonden om goud te winnen.
Naar verboden gebieden bewoog Alalu zich, waar niemand eerder was gegaan.
Niemand had ooit geprobeerd de asteroïde gordel te passeren.
Een geheim van af het begin had Alalu’s koers bepaald.
Het lot van Niburu in zijn handen plaatsend en hiermee zijn koningschap universeel te maken!
Op Niburu was verbanning zijn zekere lot geweest, en de dood was niet uitgesloten.
In zijn afweging was het risico de reis, eeuwige heerlijkheid van succes was zijn beloning!
Glijdend als een Arend, zocht hij de ruimte af. Onder hem hing Niburu in al zijn nietigheid.
Aanlokkelijk was zijn verschijning, zijn gloed verblindend in de omringende ruimte.
Zijn afmetingen enorm, het vuur voor zich uitblazend.
Zijn levens onderhoudende enveloppe , zijn gloed van roodheid golvend als de zee.
In het midden was het gat zichtbaar, als een donkere wond.
Hij keek nog een een keer naar beneden, het grote gat was veranderd in een klein oog.
Hij keek nogmaals, Niburu’s grote bal was veranderd in een kleine appel.
De volgende keer dat hij keek was Niburu verdwenen in de weide zee van duisternis.
Berouw voelde hij in zijn hart, angst voelde hij in zijn handen, zijn beslissing veranderde in twijfel.
Hij overwoog te stoppen, om daarna vanuit zijn moed te beslissen door te gaan.
Een honderd Leagues*, een duizend Leagues* koerste het schip.
Tienduizend Leagues* reisde het schip.
In de weide ruimte, de duisternis was het donkerst in de verte.
verre sterren knipperden hun ogen.
Meer Leagues* reisde Alalu, toen een fantastische aanblik zijn ogen bereikte.
In de uitspanning van de ruimte, begroette een hemelse afgezant hem!
Kleine Pluto, die de weg toont, begroete Alalu door zijn omloop.
Voor hem een welkome gebeurtenis.
In een hellende baan, was het voorbestemd om voor en na de hemelse Antu te reizen.
Om vooruit te zien, om terug te kijken, van twee gezichten voorzien.
Zijn verschijning begroette Alalu als een goed voorteken , besefte hij plotseling.
Door de planeten zou hij begroet worden,zoals bij hem bekend was.
In zijn schip volgde Alalu Pluto’s baan. Om geleid te worden naar de tweede planeet in de ruimte.
Neptunus, de naam gegeven door koning Enshar, lichte op in de diepe duisternis.
Blauw als puur water was zijn verschijning. Van de bovenste wateren was hij ontstaan.
Alalu werd betoverd door zijn schoonheid, passerend op een afstand ging hij verder.
Veel verder…. schemerde Neptunes vrouw, even groot als Neptunes.
Als wederhelft van zijn vrouw, door een groene blauwheid, was Uranus te onderscheiden
Een fantastische maan cirkelde in haar baan, voorzien van vaste grond.
De twee hemellichamen boden een dierbaar afscheid, nog steeds het pad van Pluto volgend.
De weg tonend aan zijn oude meester, van wij het eens de mentor was .
Naar Saturnus, de eerste hemelse prins, draaide de koers.
In het snelle schip, kon Alalu de aantrekkende kracht van Saturnus vernemen.
De heldere ringen in fantastische kleuren waren betoverend.
De aandacht van Alalu werd plotseling getrokken naar een kant,
Met Wat-Toont-De-Weg snel omschakelend.
Een ontzagwekkend uitzicht verscheen aan hem.
In de verre ruimte onderscheidde zich de helderste ster van de familie.
Een beangstigend beeld openbaarde zich. Een gigantisch monster, in zijn bestemming bewegend, een donkere plek werpend op de zon, zijn schepper inslikkend.
Beangstigend was de gebeurtenis, een slecht voorteken, dacht Alalu inderdaad.
De gigant Jupiter, de eerste van de massieve planeten, was overweldigend in afmeting.
Wervelende stormen tekende zijn aanzien, gekleurde vlekken bewogen over het oppervlak.
Ontelbare manen, sommige snel en andere langzaam, omcirkelde de planeet.
Moeilijk was hun richting te bepalen, ze schommelden van voor naar achteren.
Jupiter voorspelde niet veel goeds, hemelse bliksem spuwde het uit.
Toen Alalu verder keek, werd zijn koers onstabiel, zijn richting afgeleid, zijn doen verwarrend.
Toen begon de diepe duisternis zich op te trekken. Jupiter bleef draaien in zijn baan.
Langzaam bewegend, trok de sluier over de schijnende zon op.
De “ene” van af het begin kwam nu vol in beeld.
De blijdschap in Alalu’s hart was niet van lange duur.
Achter de vijfde planeet lag het grootste gevaar op de loer, zoals hij wist.
Hier regeerde de asteroïde gordel, wachtend om te vernietigen.
Van rotsen en keien was het samengesteld, als wezen zonder moeder samengebonden.
Heen en weer schommelend volgden zij een vervlogen bestemming
Hun gaan was verschrikkelijk, hun bewegingen waren onvoorspelbaar.
Zij verslonden de indringende ruimteschepen van Niburu als aas voor de leeuwen.
Het kostbare goud, nodig om te overleven , lieten zij niet door.
Het schip van Alalu bewoog zich richting de asteroïde gordel, de woeste stenen dapper tegemoet tredend.
Alalu wakkerde de motoren van zijn schip aan, Dat-Wat-De-Weg-Weet bestuurde hij met stevige hand.
De dreigend stenen vielen het voorwaarts bewegend schip aan als een vijand in de strijd.
Allalu schoot een dood-veroorzakende raket vanaf het schip naar hen. Toen nog en en nog een tegen de vijand schoot hij de vernietigingswapens af.
Als bange krijgers keerden de rotsen om, een pad open latend voor Alalu.
Als door een spreuk opende de asteroïde gordel een doorgang voor de koning.
In het diepe duisternis kon Alalu de hemels duidelijk zien.
Door de wreedheid van de gordel was hij niet verslagen, zijn missie nog niet ten einde.
In de verte, scheen de zon’s vurige bal een een heldere gloed uit.
Welkoms stralen zond het uit richting Alalu.
Nog daarvoor, een rood bruine planeet, koerste in zijn baan. Het was de zesde planeet in tel
Alalu kon hem maar net zien, het bewoog snel weg van Alalu’s ingezette koers.
Toen verscheen de sneeuw bedekte Aarde, de Zevende in de hemelse telling.
Naar de planeet zette Alalu zijn koers, een hoogst uitnodigende bestemming.
Kleiner dan Niburu was zijn aanlokkelijke bal, het aantrekkingsveld zwakker dan dat van Niburu.
* Leagues is een oude lengte maat van ca 10 kilometer. De gehanteerde afstand kan in verschillende landen erg variëren.