Vlinders zijn vrij (8) – DE UITBRAAK
Vlinders zijn vrij is een boek geschreven door Stephen Davis. Hij verwoord in dit boek zijn kijk op onze werkelijkheid. Een kijk die voor een groot gedeelte aansluit bij mijn eigen kijk op de werkelijkheid, de virtuele holografische realiteit. Omdat Stephen het op een zeer unieke wijze beschrijft wil ik jullie dit niet onthouden. De komende tijd zal ik het complete boek op mijn blog publiceren. Stephen heeft zijn boek vrijgegeven voor publicatie. Voor de totale inhoudsopgave kijk op: Vlinder zijn vrij
DE UITBRAAK
Toen ik weer uit de bibliotheek van het filmtheater kwam, keek ik omhoog naar de zwarte bol in het midden van het plafond en naar het felle licht dat op het rondom liggende IMAX filmdoek scheen.
Ik wist eindelijk wat die zwarte bol was. Hij projecteerde de 3D filmbeelden op het filmdoek en creëerde zo de hologrammen waar we allen deel van zijn; ons er totaal in onderdompelend als was het ons leven, onze realiteit.
Feitelijk zegt Pribram dat die zwarte bol een menselijk brein is – mijn menselijk brein – en dat de geprojecteerde films niet echt zijn. Volgens de kwantumfysica is niets echt in de zin zoals wij dat altijd begrepen hebben; niet alleen de schaduwen op de wand in Plato’s Grot niet, maar ook het vuur en de mensen op het wandelpad die voor de schaduwen zorgden niet en ook de grot zelf niet. Het zijn allemaal hologrammen die, als ik er naar kijk, in en uit het bestaan ploppen; een hologram is per definitie niet echt.
Maar dit alles heeft meer vragen opgeroepen dat er zijn beantwoord…
~ Wie of wat creëert de holografische films die ik als mijn realiteit zie?
~ Als de films die ik heb gezien en waarvan ik dacht dat ze mijn leven waren (samen
met het filmtheater zelf) niet echt zijn, wat is dan wél echt?
~ Waarom bevatten de films zoveel drama, conflicten, pijn en lijden, zowel intern als
extern?
~ Wat gaat dat uiteindelijk betekenen?
En wat nog belangrijker is, gezien de ontdekkingen in de kwantumfysica, ik moet nu al mijn antwoorden op de volgende vragen herzien:
~ Wie ben ik?
~ Waar kom ik vandaan?
~ Hoe ben ik hier terecht gekomen?
~ Wat doe ik hier?
Daar stond ik, kijkend naar die zwarte bol aan het plafond, alsof die plotseling op een magische manier tot me zou gaan spreken en me de antwoorden zou geven die ik zocht. Ik was ongeveer tweeënzestig en zat in mijn appartement, toen me het volgende realiseerde…
~ Ik had geen baan. Ik had op een aantal personeelsadvertenties gereageerd die volmaakt bij mij pasten, maar niemand wou me hebben.
~ Ik had geen geld en wist ook niet hoe ik de huur van de volgende maand moest betalen.
~ Ik had geen relatie, niemand om van te houden, geen vrouw om het leven op intieme
wijze mee te delen.
~ Ik heb twee huwlijken gehad, die beide na iets meer dan 15 jaar mislukten vanwege
mijn eigen problemen.
~ Ik had een paar goede vrienden, maar die woonden in die tijd op meer dan duizend
mijl afstand.
~ Ik had een fijne familie en drie fantastische kleinkinderen, maar ik zag ze naast mijn
dochter en haar man bijna nooit.
~ Ik had twee boeken geschreven, over AIDS en HIV die niemand kocht of wou lezen.
~ Ik had geen toekomstplannen en geen idee of er iets zou veranderen.
…en ik dacht bij mezelf: ‘Mijn leven is naar de …’ Het laatste woord, als me goed herinner, begon met een k.
Maar die dag in mijn appartement terwijl ik mijn leven overdacht en me realiseerde hoe beperkt het was geworden, voelde ik me niet depressief, geen spijt of droefheid of eenzaamheid. Het k-woord was slechts een gewoonte zonder achterliggende emotie. In plaats daarvan was het een moment zonder oordeel, geen verzet tegen mijn situatie; het was een tijdloos ogenblik waarbij ik mezelf van afstand bekeek; een ogenblik waarin ik me overgaf aan ‘wat het is,’ zonder de wens of behoefte dat te veranderen.
Als er al een reactie was, dan was dat er een van ‘O, dus zo is het;’ en wat ik het meeste voelde was dankbaarheid dat ik nog steeds een dak boven mijn hoofd had en voldoende te eten. Toen bleek dat die zwarte bol me niets te zeggen had, keek ik er niet langer naar en dwaalden mijn ogen af naar die deur achter in het theater, met de tekst ‘Niet Betreden – Zeer Gevaarlijk.’
Ik wist nu de antwoorden die ik wilde – die ik ook nodig had – namelijk niet gevonden te willen worden achterin het theater, niet in een groep en niet in de bibliotheek.
Ik wist dat mijn leven een keerpunt had bereikt, misschien zoals een alcoholicus of drugverslaafde die de bodem raakt en eens eerlijk en rustig zijn leven overziet.
Ik wist dat ik het vechten moe was, van het hoppen van de ene groep naar de andere, om iets proberen te bereiken, om hard te werken om iets recht te zetten, alleen maar om mezelf hier zo te vinden. Ik ben her en der geweest, heb dingen gedaan, en bracht alleen maar zaken mee terug die me niet pasten.
Ik voelde hoe iets in mezelf me letterlijk naar die deur duwde, alsof ik geen keus had. Er was voor mij niets meer in het filmtheater te beleven, dus waarom zou ik blijven als ik ergens anders heen kon gaan waar ik nog niet was geweest; blijven had geen enkele zin meer.
Het was met beide, angst en opwinding, dat ik naar de deur liep, deze opende, en erdoorheen ging. De rest van dit boek is een scoutrapport, mijn bevindingen over wat ik als scout aan de andere kant van die deur heb gevonden.
Op dit punt, wil ik terugkomen op wat ik in de Introductie heb gezegd en dat aanvullen. Ik heb dit boek niet geschreven om je ergens in te praten. Ik geef je alleen de informatie door die ik tijdens mijn tocht heb ontdekt. Of je die informatie nu gelooft of niet gaat mij niet aan, en ik ben er ook niet in geïnteresseerd je te overtuigen van mijn gelijk. Als het daar soms toch op lijkt, wees er dan van verzekerd dat dit niet de bedoeling is. Mijn enige taak is informatie doorgeven, zo zuiver en volledig mogelijk, wat niet altijd gemakkelijk is. Ik zal regelmatig uitweiden, om er zeker van te zijn dat je de informatie begrijpt zoals ik die heb bedoeld, afgezien of je het er mee eens bent of niet.
In de Introductie heb ik ook beloofd je te waarschuwen, wanneer het punt is bereikt waarbij je nog terug kunt als je niet verder wilt.
We zijn nu op dat punt.
Uiteraard kun je uit pure nieuwsgierigheid verder lezen, met wat afstand, je er niet teveel van aan trekkend en door niet door die deur te gaan; je kunt dit boek lezen alsof dat niet over jou gaat en over jouw spirituele evolutie. Doe wat je goed lijkt en onthoud, je doet nooit wat fout.
Maar waarschuwen doe ik je wel! Als je door blijft lezen, dan zal de informatie zich toch in je nestelen, voor altijd. Je kunt proberen die te negeren en terugkeren naar je leven als Volwasmens in het theater, maar deze zal aanvankelijk toch zijn invloed hebben, beetje bij beetje. Dat is ook goed. Maar als je niet wilt dat het op wat voor manier dan ook effect op je leven heeft, stop dan nu met lezen; leg het boek aan de kant en loop weg. Het boek zal, mocht je besluiten het weer op te pakken, altijd in de bibliotheek van het theater aanwezig zijn.
De meeste Volwasmensen, op enkelen na, blijven voor de rest van hun leven achter in het theater hangen bij een of andere groep; ze zullen daar ook sterven. De meeste zijn niet op de hoogte van het alternatief, en kunnen dat ook niet helpen. Bovendien zegt de tekst op de deur ‘Niet Betreden’ en Volwasmensen hebben de neiging autoriteit te respecteren. De tekst zegt ook ‘Zeer Gevaarlijk’ en de meeste Volwasmensen worden nog steeds bestuurd door hun angsten.
Maar misschien ben je niet een van hen en je weet nu dat er inderdaad een alternatief is. Ik wil zo veel mogelijk informatie geven, zodat je een besluit kunt nemen of je door wilt gaan; ik ga daavoor een nieuwe metafoor introduceren, een vrij algemene…
De metamorfose van rups naar vlinder wordt als dé metafoor gezien voor eeuwig leven; de aardgebonden rups zich transformeert naar de ‘eeuwige vlinder,’
…aldus de New World Encyclopedia.1
Ik had al genoemd dat het universum vele zichtbare hints en aanwijzingen geeft, zeker als we daar aan toe zijn. De metamorfose van de vlinder is daar één van en het verbaast me niet dat die van tijd tot tijd door veel schrijvers wordt aangehaald.
Maar die metamorfose is gebaseerd op een verkeerd veronderstelling.
De metamorfose metafoor heeft niets met ‘eeuwig leven’ te maken. Het heeft alles te maken met vlinder worden, het hier en nu.
We dienen te begrijpen dat met die metamorfose een hele serie veranderingen wordt bedoeld, van eitje naar volwassenheid. Zo’n metamorfose heeft doorgaans vier fases die we kunnen vergelijken met het gebeuren in het filmtheater…
- Eerste fase: Het embryo of het ei, de Kindmens.
- Tweede fase: De larve of de Volwasmens.
- Derde fase: De pop of wat er na de deur komt.
- Vierde fase: De vlinder of het imago, de zogenaamde ‘spiritueel verlichten.’
Waar we het híer over hebben is de tweede fase overgaand naar de derde fase, van Volwasmens naar verpopping. Dat is wat er gebeurt als je die deur doorgaat achter in het theater.
Bij insectmetamorfosen is de popfase de fase waarbij de rups zich transformeert tot volwassen vlinder (de imago).
Tijdens de popfase worden de structuren van het volwassen insect gevormd en worden de larvenstructuren afgebroken. Poppen zijn inactief en bewegen zich niet voort. Ze hebben een hard beschermend schild en gebruiken camouflage om zich tegen mogelijke rovers te beschermen.
Dat harde beschermende schild heeft bij verschillende insecten verschillende vormen en wordt veel cocongenoemd.
Technisch gesproken kennen de meeste vlindersoorten geen cocon. Zij worden een pop. De zijderups spint zich in een cocon en sluit zich gedurende de transformatie tot mot er volledig in op. De rups die vlinder wordt maakt zich een pop; de buitenste huidlaag wordt afgeworpen, waardoor er een harde schaal overblijft, hangend aan een blad of twijg; de rups blijft daar tijdens de transformatie.
Ik zal me vanaf nu wat literaire vrijheid veroorloven en het met mijn metamorfose metafoor over een cocon hebben in plaats van pop. Het is slechts een metafoor en cocon wordt algemeen goed begrepen.
Als… je dus besluit om die deur achter in het theater door te gaan, dan verlaat je fase Twee en ga je fase Drie binnen; in je cocon. De reden waarom ik deze metafoor graag gebruik zijn de gelijkenissen, tussen de rupscocon en wat er achter de deur te vinden is. Als je de stap zet, kun je het volgende verwachten…
Een cocon is klein, begrensd, desolaat, eenzaam, donker en betekent de dood voor de rups; en dat is precies wat je zult tegenkomen. Wees ervan bewust dat je geen verblindend wit licht en eeuwige gelukzaligheid tegemoet gaat. Integendeel, het zal er de eerste paar dagen net zo uitzien als daarvoor; het zal je tijd kosten om je te realiseren dat je anders bent; dat je begint aan wat door diverse religies wel de ‘donkere nacht van de ziel’ wordt genoemd (én wat vaak verkeerd wordt begrepen).
Met de ‘donkere nacht van de ziel’ wordt een fase is iemands spirituele leven bedoeld die zich kenmerkt door eenzaamheid en radeloosheid… Er wordt bij spirituele tradities wereldwijd naar gerefereerd… In het Christendom wordt de term ‘donkere nacht (van de ziel)’ gebruikt voor een spirituele crisis op weg naar de eenheid met God… Wat typisch is voor iemand die in de donkere nacht van de ziel geloofd, is dat spirituele disciplines (zoals bidden en devotie tot God) hun waarde verliezen; voor een bepaalde periode wordt traditioneel bidden moeilijk… Het individu krijgt de indruk dat God hem of haar plotseling verlaten heeft en dat hun biddend leven ineenstort… Maar in plaats van ontreddering, wordt door mystici de ‘donkere nacht’ gezien als een zegen in vermomming, waarbij het individu wordt ontdaan van spirituele extase, die wordtgeassocieerd met daden van deugd; in werkelijkheid worden ze zelfs deugdzamer en minder gevoelig voor spirituele beloningen voor deugdzaamheid, en zijn meer uit op de ware liefde van God.
Laten we stellen dat we in de cocon, aan de andere kant van de deur, situaties tegenkomen die elke vorm van geloof, theorieën, meningen, oordelen, en zaken die je voor heilig hield, gaan uitdagen; geen enkele eerder gevolgde training in spirituele filosofie of zelfhulptechniek zal je hierbij helpen.
Spirituele filosofieën en zelfhulppraktijken, bijvoorbeeld om door meditatie je bewustzijn te veranderen, of ademhalingstechnieken en droomanalyses, ze zijn wel het laatste waar je in je cocon mee te maken wilt hebben; je hebt namenlijk de volledig bewuste controle over je geestvermogens nodig. (niet dat je jezelf in een vlinder moet gaan denken, maar je zult leren dat elke techniek of handeling die je achterin het filmtheater hebt geleerd en waarbij je de ogen moet sluiten, je juist in tegenovergestelde richting leiden. Alles wat je om een vlinder te worden nodig hebt is pal voor je neus, en je zult klaarwakker en gefocust op het hier en nu willen zijn.)
Een hypothetische vraag: wat als je zou ontdekken dat voor het bereiken van de verlichting waar je over spreekt, je alle leringen die je hebt ontvangen zou moeten verwerpen? Zou je alle kennis die je hebt vergaard de rug toe kunnen keren?
Hoe donker zal die donkere nacht zijn? Dat hangt ervan af. Het enige wat ik kan zeggen is, dat de intensiteit van die duisternis van jouw vastberadenheid afhangt, om los te laten en te sterven; een rups zou zijn transformatie tot een hel zou maken als het die in zijn cocon zou bevechten.
Wat kun je als je de deur door gaat nog meer verwachten? Je zult alleen zijn. Ieder rups heeft zijn eigen cocon en dat geldt dan ook voor jou. Het betekent niet dat je de contacten met familie en vrienden moet verbreken of je terug moet trekken in de bossen, hoewel enkelen dat wel doen; maar familie en vrienden zullen je niet kunnen helpen, noch zullen ze begrijpen waar je mee bezig bent. Alleen degenen die je vooruit zijn gegaan – de scouts – zullen enigszinds begrijpen waar je doorheen gaat; in je cocon zijn contacten zeldzaam. Het betekent dat er geen groep meer is die je ondersteunt of opvangt, zoals achterin het theater; je zult alleen zijn.
Zullen de films die je bekeek veranderen? Niet echt, zeker niet in het begin; maar ze hebben wel een ander doel gekregen: die van inperkingen gevend in het theater naar de mogelijkheid uit je cocon te breken, als vlinder. Om dit volledig te begrijpen zul je het volgende hoofdstuk moeten lezen.
Het meest verontrustende als je door de deur gaat en in je cocon, is een soort dood. Een rups moet sterven om een vlinder te worden. Zo zul jij ook sterven, in die zin, dat de jij waaraan je denkt als jij zal sterven. Alleen door deze soort van dood zul je ontdekken wie je werkelijk bent.
Hoe lang blijf je in jouw cocon?
De coconfase kan kort zijn, twee weken bijvoorbeeld bij de Monarch vlinder, maar kan ook een winterslaap betekenen of een diapauze, totdat de geschikte omstandigheden aanbreken voor de vlinder… De coconfase kan weken, maanden of zelfs jaren duren.
Uit verslagen van andere scouts en uit eigen ervaring kan ik zeggen, dat de coconfase gemiddeld twee of drie jaar in beslag kan nemen. Dat zal echter niet steeds een ‘donkere nacht van de ziel’ zijn; gaandeweg worden dingen gemakkelijker. Houd er rekening mee dat het niet snel gaat, zoals volgende week of volgend jaar.
Dat ziet er leuk uit, of niet? Nou, dat is het ook, kan het in ieder geval zijn als je er mee om leert gaan.
Maar hou er rekening mee… dat als je de Mount Everest wilt beklimmen en je de top wilt bereiken, je hard moet trainen in moeilijke situaties. Een olympische zwemmer moet jaren aan normaal leven opofferen, met uren per dag in het zwembad, zonder de garantie op een medaille.
Er zal dan, gezien de voorbereidingen waar die doorheen moet voor zulke doelstellingen, geen trainer zijn die hem zachte handschoentjes aanpakt. Dat geldt hier ook.
Aan de andere kant, zal niemand de Mount Everest gaan beklimmen of voor een olympische medaille gaan, als die niet zeer de moeite waard is. Dan zou het waanzin zijn. In ons geval mag je als vlinder voortdurende, ware en blijvende vreugde, overvloed, kracht en liefde verwachten. Nou, misschien dan. Zelf zit ik in mijn laatste coconfase en garandeer dus niets. Wat ik vanuit mijn huidige positie wel kan zeggen is, dat ik alles wat ik me wenste en waar ik als Volwasmens op hoopte nu reeds mag ervaren; tevredenheid, gemoedsrust en meer overvloed dan ik had verwacht, totaal vrij van zorgen en stress, meer plezier en enthousiasme dan ik had gedacht, met zo goed als geen drama, conflicten, pijn en lijden en met veel meer waardering en liefde voor anderen voor het universum als geheel voor mezelf .
Daar komt bij dat ik de nodige antwoorden op vragen heb ontvangen; en mogelijk nóg belangrijker: ik heb geen twijfels meer.
Dat alleen al maakt de reis voor mij zeer de moeite waard en ik ben nog niet eens op de uiteindelijke bestemming.
Het deed me goed om Jed McKenna zijn Enlightenment Trilogy te lezen; het eerste boek besteedt hij volledig aan wat ‘spiritueel verlicht zijn’ is, en schets daar een aansprekend beeld van. In zijn tweede boek maakt hij duidelijk hoe moeilijk en veeleisend dat is, met voorbeelden van ene Julie en haar spirituele autolysis en de reizen van kapitein Ahab uit Moby Dick. In boek drie echter lijkt Jed zijn best te doen om iedereen ervan te weerhouden, om niet zover te gaan, maar om als Volwasmens achterin het theater te blijven.
Wie wil permanent op drift zijn op een oeverloze zee? Wie wil voor de rest van zijn leven door oneindige ruimte tuimelen? Niemand natuurlijk. Wat is het punt van puntloosheid? Hoe kun je het niets willen?6
Het is maar al te waar. Die zogenaamde spirituele verlichting is niet waar mensen van dromen; en ondanks wat leraren en goeroes zeggen, is het niet iets wat je zomaar gebeurd, in een verblindende lichtflits; ook niet het resultaat van speciale meditatie waarbij je ineens met God communiceert. Dát te bereiken is extreem moeilijk en veeleisend, maar dat is het bereiken van de top van de Mount Everest ook. Je kunt natuurlijk in het basiskamp blijven en van het uitzicht genieten en een redelijk fatsoenlijk leven leiden. Óf je gaat naar de top.
Maar waarom zou iemand dat willen? Wel, omdat die er is natuurlijk; omdat je het eenvoudigweg niet kunt negeren. Omdat iets in je zegt dat je absoluut door die deur moet gaan.
Voor sommige mensen is die keuze duidelijk en eenvoudig. Waarom zou je in het filmtheater blijven als je weet dat die niet echt is en er achter die deur antwoorden liggen die je zoekt?
Voor anderen kan de keus erg moeilijk zijn, speciaal voor jeugdige Volwasmensen (chronologische leeftijd) die hun hele leven nog voor zich hebben. Ik vraag me wel eens af of er juist een bepaalde tijd in het filmtheater nódig is, alvorens een andere optie wordt overwogen. Uiteindelijk kun je er als Volwasmens een hoop plezier en vermaak vinden – beperkt en gebonden weliswaar – maar die twintigers en dertigers niet graag missen. De gedachte om de groep te verlaten en om alleen te zijn, om de waarheid van de grot te achterhalen, is dan toch wat minder aantrekkelijk.
Het is ook mogelijk dat jongeren me gewoon niet geloven, dat de antwoorden die ze zoeken in het theater zijn te vinden. Misschien willen ze me wel niet geloven, en hebben ze zich net bij een groep aangesloten waarvan ze denken dat die hen de voortdurende en ware, blijvende vreugde, overvloed, macht en liefde zal schenken en dat willen uitproberen. En ik ben het daar mee eens; duik er midden in, zo lang als je kunt. Je zult daarmee niets foutdoen; die deur achterin het theater zal er altijd zijn.
Maar ik heb vaak gedacht alleen de babyboomers aan te spreken, de vroegere hippies die nu vijftigers en zestigers zijn, die hun tijd achter in het theater met z’n inperkingen hebben uitgezeten en niets meer te verliezen hebben als ze door die deur gaan. We zullen zien.
Dit is het dan. Dit is alles wat ik kan bedenken om je met je besluit te helpen. Daar voor je is de deur, niet op slot en wachtend tot je erdoor gaat. (Heb ik trouwens verteld dat die deur achter je in het slot valt als je er door bent gegaan, en je niet meer van gedachten kunt veranderen?)
Zoals ik aan het begin zei, de keus is aan jou.
FILM SUGGESTIE: The truman show, met Jim Carrey (1998)